De aanbestedingswereld kan op veel plekken nog effectiever en efficiënter opereren. Maar wat moet er dan precies beter? Ik vroeg het aan 10 experts, werkzaam in de wetenschap en advocatuur, ter afsluiting van elke aflevering van Bestek – de Aanbestedingspodcast. Mijn doel was om ze te laten dromen over een betere toekomst door ze de volgende vraag te stellen:
‘Stel dat je een, twee of drie aspecten van het aanbestedingsrecht of de aanbestedingspraktijk mag verbeteren. Wat zou je dan doen?’
Hieronder staan de 29 verbeterpunten die daarop volgenden als antwoord uitgeschreven. Soms zijn de verbeterpunten heel concreet, soms zijn het vergezichten die nog nadere uitwerking behoeven. Duidelijk is dat ze erg divers zijn, en dat ze veel ‘food for thought’ bevatten. De titel van het verbeterpunt en de categorisering zijn van mijn hand.
Benieuwd naar jullie gedachten!
Met vriendelijke groet,
mr. dr. Willem Janssen
Citeren?
– Voorbeeld: G. Huith, ‘Verbeterpunt nr. 1’, in W.A. Janssen, 29 verbeterpunten van 10 experts: op naar betere aanbestedingswereld?, aanbestedingspodcast.nl, 22 juni 2020.
——————————————————————————————————————–
Balans rechtmatigheid en doelmatigheid
Verbeterpunt nr. 1: Herstel de balans tussen wetmatigheid en doelmatigheid bij aanbestedingen
(mr. Georg Huith, aflevering #10, vanaf 40:15)
“Ik denk dat het in de toekomst heel belangrijk wordt hoe we de balans tussen de wetmatigheid en doelmatigheid van aanbestedingen weer gaan herstellen. Dat we met name ook een prioritering krijgen tussen de verschillende nevendoelstellingen die we in het aanbestedingsrecht inmiddels kennen. Daardoor wordt het transparanter en inzichtelijker, en makkelijker voor het MKB en het Grootbedrijf om op de nevendoelstellingen in te haken. Dat heeft met name te maken met artikel 1.4 en de positie van artikel 1.5 [Aanbestedingswet 2012].”
——————————————————————————————————————–
Uitzonderingen op het aanbestedingsrecht: zelfvoorziening & publiek-publiek samenwerken
Verbeterpunt nr. 2: Verwijs expliciet naar rechtspersoonlijkheid in Richtlijn 2014/24/EU zodat duidelijk is dat de Staat binnen het aanbestedingsrecht niet deelbaar is
(mr. Stephanie Hötte, aflevering #3, vanaf 29:40)
“Wat ik persoonlijk graag zou zien is dat in de Richtlijn de rechtspersoonlijkheid wordt opgenomen, officieel.”
Verbeterpunt nr. 3: Definieer het begrip zelfvoorziening
(mr. Stephanie Hötte, aflevering #3, vanaf 29:53)
“Wat ook nodig is, ergens in een artikel of een preambule, ergens een definitie van wat zelfvoorziening van de staat nou eigenlijk is. En dan ook iets van een afbakening van zelfvoorziening versus de toepasselijkheid van het aanbestedingsrecht. Hier ligt ergens een grens tussen, maar het is niet duidelijk waar deze precies ligt. Dat moet duidelijker worden. Dat zou het beste gaan door te verduidelijken wat zelfvoorziening is.”
Verbeterpunt nr. 4: Verduidelijk het onderscheid tussen dit begrip en quasi-inbesteden
(mr. Stephanie Hötte, aflevering #3, vanaf 30:20)
“Ik persoonlijk zou ook graag een betere definitie of betere scheiding willen zien tussen de daadwerkelijke inhouse situatie, wat nu vaak quasi inhouse wordt genoemd, van artikel 12 lid 1, omdat dit toch wel twee verschillende dingen zijn. Het ene is een situatie die per definitie nooit onder de aanbestedingsregels kan vallen, omdat er dus geen te onderscheiden entiteiten zijn en die ook geen contract met elkaar kunnen sluiten. Het andere is gewoon een situatie waarop de aanbestedingsregels van toepassing zijn, maar deze uitgezonderd worden.”
——————————————————————————————————————–
Vormgeving van een aanbesteding
Verbeterpunt nr. 5: Neem verplicht een prijsindicatie op in het programma van eisen
(mr. dr. Jasper Sluijs, aflevering #7 vanaf 38:32)
“Ten tweede zou ik het goed vinden wanneer aanbestedende diensten verplicht worden om een prijsindicatie op te nemen in het programma van eisen en wensen. Nu denken veel inkopers, denk ik, dat als je de prijs weggeeft, je geen prijsconcurrentie meer hebt. Wat er gebeurt, is dat alle partijen die zich inschrijven zo ongeveer dezelfde prijs in rekening brengen. Dan kun je niet meer op prijs selecteren. In de praktijk heb ik gemerkt dat inkopers misschien onvoldoende onderkennen hoe prijs en kwaliteit verbonden zijn in aanbestedingen. Op basis van de richtprijs is het voor bedrijven veel makkelijker om in te schatten welke kwaliteit de dienst verwacht. Je kunt nu eenmaal voor een bepaalde prijs niet meer leveren dan een bepaalde kwaliteit. Vervolgens kunnen offrerende partijen alsnog beslissen om op basis van die prijsindicatie te concurreren op prijs, door onder de richtprijs te duiken. Ik denk dat je zo het speelveld een stuk transparanter maakt.”
——————————————————————————————————————–
Uitsluitingsgronden in het aanbestedingsrecht
Verbeterpunt nr. 6: Train aanbestedende diensten beter in het beoordelen van uitsluitingsgronden
(mr. dr. Sarah Schoenmaekers, aflevering #9, vanaf 45:15)
“Mijn tweede aanbeveling is dat we de aanbestedende diensten meer moeten professionaliseren. De personen die er werken zijn ongelooflijk goed in hun werk, vooral als het gaat om de prijs, de kwaliteit en alles wat daarmee samenhangt. Ik denk echter dat er nog veel moet gebeuren om mensen extra te trainen zodat zij uitsluitingsgronden beter kunnen beoordelen en die ook te durven beoordelen. Je ziet nu dat mensen bijna nooit iemand uit durven te sluiten omdat zij bang zijn een verkeerde beslissing te nemen.”
Verbeterpunt nr. 7: Laat aanbestedende diensten samenwerken in een informatie-uitwisselingssysteem voor de toepassing van uitsluitingsgronden (mr. dr. Sarah Schoenmaekers, aflevering #9, vanaf 46:03)
“Als derde aanbeveling denk ik dat er meer informatie-uitwisseling moet zijn over grenzen heen. Ik denk dat dat helemaal niet moeilijk is in het aanbestedingsrecht. We kennen informatie-uitwisseling al op andere gebieden van het Europese recht. We hebben bijvoorbeeld het Internal Market Information System, het informatiesysteem van de interne markt. Dit wordt vooral toegepast als het gaat om diplomaerkenning. Wanneer men bepaalde werkzaamheden of beroepen uitoefent en daarbij fouten maakt, dan kan – of eigenlijk moet – men via dat systeem telkens beslissingen doorgeven. Bijvoorbeeld de beslissing dat de toegang tot een bepaald beroep voor een bepaald persoon beperkt wordt omdat diegene een bepaalde fout heeft gepleegd. Dat wordt verplicht gesteld in de Richtlijn betreffende de erkenning van diploma’s en ik denk dat er geen enkele reden is waarom we dit niet ook verplicht kunnen stellen in de aanbestedingsrichtlijn. Het is nu een mogelijkheid in de aanbestedingsrichtlijn, maar ik denk dat we daar nog veel meer mee kunnen doen. De mogelijkheid is er, maar er is niet veel meegedaan. Als er wel veel mee is gedaan, is dat niet kenbaar gemaakt. Er zijn geen publicaties over. Daar kunnen we nog veel voordeel uit halen. Dan weten we telkens dat een bepaalde onderneming ergens tegen de lamp is gelopen. Die onderneming kan dan niet zomaar tussen de mazen van het net doorglippen in andere lidstaten of bij andere aanbestedende diensten.”
Verbeterpunt nr. 8: Waardeer past performance ook op een positieve manier i.p.v. alleen in het kader van de uitsluiting
(mr. Georg Huith, aflevering #10, vanaf 41:00)
“Daarnaast denk ik, dat is punt twee, dat het heel relevant wordt om zowel op een positieve manier als een negatieve manier te kijken naar past performance. We moeten veel meer waarderen dat opdrachten goed worden uitgevoerd. Die waardering moet ook terug komen in het uitnodigingsbeleid. Als het misgaat hoort daar ook een uitsluitingsgrond bij. We denken nu heel erg na over de uitsluitingsgronden, maar de waardering van past performance is ook – met name voor het MKB – heel relevant.”
——————————————————————————————————————–
Burgerinitiatieven, subsidies en overheidsopdrachten
Verbeterpunt nr. 9: Neem het dienstbaarheidsbeginsel op in de Awb als beginsel dat toepasselijk is op al het handelen van de overheid
(prof. mr. Willemien de Ouden, aflevering #5, vanaf 36:06)
“Eén voorstel heb ik al besproken, dat is het opnemen van het dienstbaarheidsbeginsel in de Algemene wet bestuursrecht. Dat lijkt me gewoon een heel goed idee, dan is het ook direct breed toepasselijk op al het handelen van overheden.”
Verbeterpunt nr. 10: Denk na over striktere regels die gelijke behandeling en transparantie garanderen bij incidentele en begrotingssubsidies
(prof. mr. Willemien de Ouden, aflevering #5, vanaf 36:38)
“Wat ik zelf een groot probleem vindt, en dat beweegt zich een beetje op het snijvlak tussen subsidie en aanbestedingsplichtige opdrachten, zijn de incidentele en de begrotingssubsidies. Kijk, zolang een subsidie wordt verstrekt op grond van een wettelijke regeling, is er veel van wat we nastreven met het aanbestedingsrecht, zoals gelijke behandeling en transparantie, sowieso wel goed geregeld. Het probleem is dat er in het subsidierecht een uitzondering is opgenomen voor die plicht tot het treffen van een wettelijke regeling voor incidentele en begrotingssubsidies. Begrotingssubsidies zijn subsidies die je maar aan één ontvanger meestal jaar na jaar verstrekt, meestal voor zijn exploitatie. Incidentele subsidies zijn subsidies voor activiteiten waar je geen beleid op hebt gevormd, die presenteren zich aan jou als overheid en dan mag je voor vier jaar een beperkt aantal ontvangers subsidiëren zonder wettelijke regeling. Het is bedoeld als uitzondering, maar inmiddels weten we uit onderzoek dat die uitzondering zo vaak wordt toegepast dat het inmiddels wel een beetje de regel lijkt te worden. Uit onderzoek uit de Gemeente Den Haag weten we dat de helft van het subsidiegeld wordt verstrekt via die uitzonderingsbepalingen. Als er gebruik wordt gemaakt van die uitzonderingsbepalingen durf ik veel minder mijn hand in het vuur te steken voor gelijkheid en transparantie. Dus ik denk dat we op dat vlak moeten gaan nadenken over striktere regels die gelijke behandeling en transparantie.”
Verbeterpunt nr. 11: Verbeter 4:23 Awb t.a.v. subsidies voor burgerinitiatieven
(prof. mr. Willemien de Ouden, aflevering #5, vanaf 38:34)
Specifiek met het oog op burgerinitiatieven heb ik nog een wens, die ook betrekking heeft op de subsidietitel van de Awb. Wat we hebben gezien, is dat ‘in het echt’ – dus bij de burgerinitiatieven die we tegenkwamen, op grote schaal wordt gekozen voor subsidiering ter financiering van die activiteiten. En voor een deel zijn daarvoor ook wettelijke regelingen gemaakt, zoals dat ook moet. De Algemene wet bestuursrecht vraagt, in datzelfde artikel 4:23 Awb, dat je in een wettelijke regeling omschrijft voor wat voor soort activiteiten je de subsidie gaat verstrekken als bestuursorgaan. Dat is een logische gedachte als je zorgvuldig met publiek geld wil omgaan en iedereen dezelfde kansen wil bieden daar aanspraak op te maken. Maar als je het bekijkt vanuit de gedachte van de participatiemaatschappij en de veranderende verhouding tussen overheid en burgers, dan is het opeens een veel minder logische bepaling, omdat het initiatief dan niet per se meer van de overheid vandaan moet komen. Ook uit de burger zelf zou het moeten kunnen komen. Hoe kun je nou als overheid regels maken over hoe je omgaat met publiek geld als je niet weet waaraan dat moet worden besteed. Dat is een doordenkertje, ik ben er zelf ook nog niet helemaal uit. Hoe combineer je ruimte voor andere initiatiefnemers dan de overheid met rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en transparantie? Die frictie zit in de kern in artikel 4:23 Awb verstopt. We moeten daar nog maar eens over na denken de komende periode.”
——————————————————————————————————————–
Gunnen op levenscycluskosten
Verbeterpunt nr. 12: Verwijs naar aanbesteden op laagste levenscycluskosten
(mr. Daan Versteeg, aflevering #1, vanaf 39:24)
“Als ik drie onderdelen mag noemen, dan zijn dat niet onderdelen die pas over 4 jaar zouden moeten worden aangepast, maar dingen die liever gister dan vandaag aangepast zouden moeten worden. Het zijn ook onderdelen die eenvoudig aangepast kunnen worden. Het eerste is het misverstand ‘wat is nou eigenlijk aanbesteden op laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit zoals de levenscycluskosten?’. Die vreselijk lange zin in artikel 2.114 van de Aanbestedingswet. Uit alles blijkt dat zowel de Europese als de Nederlandse wetgever bij laagste kosten maar één ding voor ogen had: laagste levenscycluskosten. Schrijf dat dan ook gewoon op. Dat is niet moeilijk, je haalt er één bijzin uit. Dan is het voortaan: aanbesteden op laagste levenscycluskosten. Punt. Dat is één.”
Verbeterpunt nr. 13: De EU Commissie moet snel methodes introduceren om levenscycluskosten te berekenen
(mr. Daan Versteeg, aflevering #1, vanaf 40:09)
“Tweede, dat is dan geen aanpassing van de wet, maar meer een duwtje geven aan de wetgever. En daar kom ik weer: de Europese Commissie moet gewoon, en dat geldt zeker eerder gister dan vandaag, aan de slag met goede tools en goede methodes om die levenscycluskosten te berekenen.”
Verbeterpunt nr. 14: levenscycluskosten is geen uitzondering, en zou niet gemotiveerd moeten worden (mr. Daan Versteeg, aflevering #1, vanaf 40:29)
“En last but not least, en dat is een beetje een persoonlijke ergernis, iets dat toch echt mis is gegaan bij de behandeling in de Tweede Kamer. Het verhaal dat als je aanbesteedt op levenscycluskosten, je eigenlijk een soort uitzonderingscriterium gebruikt net als gunning op de laagste prijs, en je dat ook moet motiveren alsof je iets geks doet, alsof je niet de prijs en kwaliteit zit. Dat is een misvatting geweest van mevrouw Gesthuizen die daar ook een amendement over heeft ingediend en die maar bleef roepen ‘laagste kosten klinkt voor mij net als laagste prijs dus dan gaat de kwaliteit eruit’. Dat is natuurlijk onzin. Laagste kosten is laagste levenscycluskosten, dat is per definitie kwaliteit. Iets met hogere levenscycluskosten heeft een lagere kwaliteit, zo simpel is het. Haal die fout gewoon uit de wet.”
——————————————————————————————————————–
Wezenlijk wijziging van opdrachten
Verbeterpunt nr. 15: pas het winkelmandje van artikel 2:163b Awet aan
(mr. Erik Plas, aflevering #2, vanaf 28:57)
“De twee concrete. Voor wat betreft de eerste: het aanpassen van dat wijzigingenmandje van artikel 2:163b Aanbestedingswet. Op dit moment is die regeling als volgt geformuleerd: een wijziging is toegestaan, als het maximaal een bepaald percentage is van de overheidsopdracht, maximaal de drempelwaarde en de algemene aard van de opdracht mag niet wijzigen. Mijn voorstel zou zijn om die drempelwaardebepaling eruit te halen. Waarom? Omdat op dit moment het zo is dat hoe groter het contract is, in waarde, hoe beperkter de ruimte om te wijzigen. Heel simpel, op dienstenopdrachten van de gemeente van vijf ton is tien procent daarvan 50 000. Dat is nog onder de drempel en geen probleem. Gaat het om een contract van vijf miljoen? Dan is tien procent daarvan vijf ton en zit je al ruim over de drempel. Het wijzigingenmandje kan maar voor vierenhalve procent worden gebruikt. Hoe groter het contract, hoe beperkter. Dus: haal die drempelwaarderegeling eruit. Dan hebben we een uniforme regeling.”
Verbeterpunt nr. 16: Denk na over de toekomst d.m.v. wijzigingsclausules (mr. Erik Plas, aflevering #2, vanaf 31:26)
“De laatste is iets dat ik al heb benoemd. Goed begin, halve werk. Zeker ook bij aanbestedingen: denk van tevoren na over eventuele toekomstscenario’s en bouw zo nodig flexibiliteit in middels wijzigingsclausules. Dat kost je in het begin even wat tijd, maar levert je in de uitvoering heel veel voordeel op.”
——————————————————————————————————————–
Samenwerking in de praktijk
Verbeterpunt nr. 17: Hou aanbestedingen simpel, en doet wat redelijk en fair voelt
(mr. Petra Heemskerk, aflevering #4, vanaf 34:34)
“Je hebt allerlei vormen van aanbestedingen, aanbestedingen die betrekking hebben op kleine opdrachten maar ook complexe grotere aanbestedingen waarvan we er veel zien langskomen en veel om te doen is in de pers. De grote infrastructurele projecten. Denk aan de ophef over de Zuidasdok. Ik denk dat het heel belangrijk is dat wanneer het gaat om dit soort grote aanbestedingen van grote trajecten, het accent veel meer komt te liggen op het inkooptraject als zodanig. Dat wordt heel vaak vormgegeven op basis van modellen. Vaak wordt het geregeerd door de angst om iets fout te doen. Daardoor wordt er vaak gekozen voor de veilige optie. Mijn oproep zou zijn, gooi al die modellen het raam uit. Doe het gewoon op de manier waarvan je aanvoelt dat die redelijk en fair is. Hou het allemaal simpel, maak het niet zo ingewikkeld en durf eens wat meer.”
Verbeterpunt nr. 18: Ga eens op de stoel van de ander zitten
(mr. Petra Heemskerk, aflevering #4, vanaf 35:43)
“Mijn derde punt is dat ik denk dat we in de aanbestedingspraktijk ontzettend geholpen zouden zijn als iedereen uit zijn eigen rol zou stappen en voor een tijdje – een week of een jaar – de rol van een ander zou aannemen. Het zou ontzettend goed zijn als je als inkoper een keer op de stoel van een inschrijvende partij zou gaan zitten, en zou ervaren tegen welke dingen je dan aan zou lopen. Net zo goed zou het goed zijn voor een opdrachtnemer om een kijkje te nemen in de keuken van een opdrachtgever en te ervaren waar je tegenaan loopt als je een aanbesteding organiseert. Je ziet dan waar daar de belangen en knelpunten zitten. De laatste spelers in dit hele traject zijn de besluiters, de rechters, de experts. Ook voor bijvoorbeeld rechters zou het goed zijn een keer van achter de stoel waaruit zij recht spreken te stappen en te ervaren hoe het is om als ondernemer mee te doen in een aanbesteding en wat er gebeurt als je een formuliertje te laat of onvolledig upload. Hoe je daar in de praktijk mee om kan gaan, waarbij je de juridische werkelijkheid niet moet veronachtzamen maar het geheel werkbaar moet blijven. Als iedereen uit zijn rol stapt en het leven van een andere invalshoek zou bekijken, zou dat iedereen enorm helpen.”
Verbeterpunt nr. 19: Hou aanbestedende diensten beter aan procedurele vereisten
(mr. dr. Jasper Sluijs, aflevering #7, vanaf 37:23)
“Wat ik allereerst graag zou willen zien, is dat een aanbestedende dienst beter gehouden wordt aan procedurele vereisten. Wat je ziet is dat de offrerende partijen best wel strikt aan termijnen en vormvereisten worden gehouden. De aanbestedende dienst kan in de praktijk offertes schaamteloos lang op de plank laten liggen, door lang gestanddoeningstermijnen te eisen en in bestek te vermelden deadlines gewoon aan hun laars te lappen. Ik denk dat inkopers en beleidsmedewerkers zich vaak onvoldoende realiseren hoe het vertragen van aanbestedingsprocedures, als er eenmaal ingediend is, echt tot problemen leidt in termen van planning en continuïteit binnen bedrijven. Ik zou er dus voor willen pleiten dat bijvoorbeeld de Arvodi aanbestedende diensten beter aan deadlines houdt. Dat is één.
——————————————————————————————————————–
Rechtsbescherming & aanbesteden
Verbeterpunt nr. 20: Verstevig de rol van de Commissie van Aanbestedingsexperts
(mr. Erik Plas, aflevering #2, vanaf 30:19)
“Dan nog twee meer algemene punten. Ten eerste zou ik zeggen dat we de laatste tijd veel aandacht hebben voor rechtsbescherming. Daar worden verschillende problemen geïdentificeerd, heel goed. Ik denk wel dat het moeilijk is voor elk van die problemen een afzonderlijke regeling te treffen in de wet of in de regelgeving. Dat moeten we ook niet willen. Ik zou er eigenlijk voor pleiten om op een hoger niveau dat probleem aan te vliegen, door het verstevigen van de positie van de Commissie van Aanbestedingsexperts. Iets in de vorm van een Aanbestedingskamer, waar ook rechters uit de rechtbanken en gerechtshoven zitting kunnen geven.”
Verbeterpunt nr. 21: Verhoog het niveau van rechtsbescherming
(mr. Petra Heemskerk, aflevering #4, vanaf 33:13)
“Er is één onderwerp dat voor mij met stipt bovenaan staat, onlosmakelijk verbonden met mijn rol als advocaat. Het niveau van rechtsbescherming in aanbestedingszaken is wat mij betreft heel erg droevig. Je bent als afgewezen inschrijver aangewezen op een kort geding-procedure bij de voorzieningenrechter. Die gehouden en geneigd zijn heel terughoudend te besluiten. Je moet een kort geding ingaan op heel beperkte informatie, er zijn korte termijnen. Vaak komt tijdens de zitting pas informatie naar voren die echt relevant is en waar je meer mee had kunnen doen als je deze eerder had. Vaak is er geen mogelijkheid om in hoger beroep te gaan, of slechts zeer beperkt. Dat alles maakt dat het sluitstuk van een aanbestedingsprocedure onvoldoende met juridische waarborgen is omkleed. Ik vind het ook heel jammer dat ook weinig wordt toegekomen aan de adviezen van de Commissie van Aanbestedingsrechtexperts, die wat bij betreft een mooie positie heeft een mooie adviezen maakt, omdat die adviezen eigenlijk geen status hebben. Een punt dat dus echt geadresseerd moet worden in de wet is het hele systeem van rechtsbescherming.”
Verbeterpunt nr. 22: Introduceer een toegankelijke Aanbestedingsautoriteit met een snelle afhandelingstijd en rol in de precontractuele fase
(mr. Georg Huith, aflevering #10, vanaf 41:38).
“Ten derde denk ik dat een aspect voor de Nederlandse wetgever is hoe we de rechtsbescherming kunnen versterken, waarbij we ook rekening houden met de commerciële belangen van partijen. Grote partijen kunnen wellicht makkelijker procederen. Het MKB heeft daar duidelijk moeite mee. We zouden kunnen nadenken over een aanbestedingsautoriteit die faciliteert dat je ook anoniem kan klagen. Dat heeft drie voordelen. Er wordt meer geklaagd over de aspecten, ook in kleinere zaken, die relevant zijn voor onze economie. In de tweede plaats kan een aanbestedingsautoriteit als filter dienen voor allerlei klachten. De aanbestedingsautoriteit kan zeggen dat zij bepaalde klachten oppakken en andere niet. De Commissie van Aanbestedingsexperts moet elke klacht behandelen, waardoor het wellicht langer duurt om een klacht uit te laten monden in een advies. Ten derde denk ik dat een aanbestedingsautoriteit precontractueel een functie kan hebben, maar met name ook postcontractueel. Hierdoor wordt de uitvoering van opdrachten ook relevanter. Ook is daar dan beter zicht op.”
——————————————————————————————————————–
Relatie tussen het aanbestedingsrecht & andere rechtsgebieden
Verbeterpunt nr. 23: Leg de nadruk op de verbinding tussen het aanbestedingsrecht en andere rechtsgebieden
(mr. dr. Sarah Schoenmaekers, aflevering #9, vanaf 43:53)
“Wat ik zeker zou aanpassen in het algemeen is dat er meer nadruk wordt gelegd op het belang van het rechtsgebied en de verbindingen met de andere rechtsgebieden. Aanbestedingsrecht is overal, zowel in de publieke als de private sector. Alle niveaus van de maatschappij zijn betrokken. Dit zie je ook aan de enorme bedragen die ermee gemoeid zijn. Het heeft linken met alle mogelijke rechtsgebieden. Toch zie je dat het op veel universiteiten een niche gebied is. Daar moeten we zeker vanaf. Voor de praktijk is het aanbestedingsrecht heel erg belangrijk, maar ik zou ook willen dat dat voor studenten zo is. De trend is al ingezet, maar die moet zeker worden doorgezet.”
Verbeterpunt nr. 24: Geef EU wetgeving de aandacht die het verdient
(mr. dr. Ton van den Brink, aflevering #8, vanaf 41:55)
“Het zal je misschien niet verbazen, gelet op de introductie, maar wat ik graag zou zien is dat Europese wetgeving de aandacht krijgt die het verdient. Het mooie is natuurlijk dat dit een ding is waar ik, dankzij deze leerstoel, zelf ook de hand in heb. Ik kan die aandacht ook genereren. De discussie over die aanbestedingsrichtlijnen die we net hebben afgerond, laat voor mij ook zien hoe belangrijk het is om die systematische aandacht voor het fenomeen Europese wetgeving te krijgen, te hebben en te bevorderen. Het is ook van belang om oude concepten (minimumharmonisatie, totale harmonisatie: de golden oldies) weer af te stoffen. De golden oldies zijn ook niet meer precies wat ze waren. Je ziet hoe actueel ze zijn en hoeveel onduidelijkheid ze nog steeds oproepen. Dus één: meer systematische aandacht voor Europese wetgeving, vooral waar dat in het verleden te weinig is geweest.”
Verbeterpunt nr. 25: Verbindt de verschillende onderdelen van het EU recht
(mr. dr. Ton van den Brink, aflevering #8, vanaf 43:03)
“Daarnaast: het verbinden van de verschillende onderdelen van het Europese recht. Dat zie ik ook nu weer duidelijk op mijn netvlies naar aanleiding van dit gesprek. Het Europese recht is in de afgelopen decennia ontzettend breed geworden. Daarom is het ook lastig doorkijkjes te houden. Denk aan de rol van wetgeving op de interne markt, maar ook op justitiebeleid: hoe vergelijkt zich dat tot elkaar? Maar ook de vergelijking tussen wat er gebeurt in het aanbestedingsrecht en in de economische monetaire unie. Of de vergelijking tussen wat er gebeurt in het aanbestedingsrecht en het staatssteunrecht. Wat zijn daar de doorkijkjes die we zeker ook in het oog moeten houden? Dus: oog voor dat soort doorkijkjes, dat zou mijn tweede wens zijn.”
——————————————————————————————————————–
Zorginkoop & open house
Verbeterpunt nr. 26: Geef resultaatgericht beschikken een rol in de Wmo
(dr. ir. Niels Uenk, aflevering #6, vanaf 39:34)
“Allereerst zijn er in 2016 en 2018 uitspraken van de hoogste bestuursrechter geweest die het resultaatsgericht beschikken, dus het toewijzen van zorg in termen van resultaat, eigenlijk onmogelijk hebben gemaakt. Dat gaat weer over bijvoorbeeld het ‘schoon en leefbaar huis’ in de hulp in huishouden. Gemeentes zagen dat als een manier enerzijds om zorg efficiënter en meer rondom uitkomsten uit te besteden, hopelijk ook om het zo efficiënter en goedkoper te maken. Maar de hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat het beschikt krijgen van een hulp in het huishouden in termen van resultaat, en dat geldt ook voor andere zorg, niet voldoende rechtszekerheid biedt. De reden hiervoor is dat je niet zeker weet waar je op kan rekenen. De rechter heeft gezegd: ‘resultaat is prima, maar je moet ook nog steeds horen hoeveel uren men elke week over de vloer komt’. Dit hoewel het aantal uren dat iemand over de vloer komt, hoeveel zorg je krijgt, eigenlijk soms losstaat van het bereikte resultaat. De Minister is al bezig om ook het resultaatgerichte beschikken van zorg een plaats te geven in de Wmo. Ik ben het niet altijd eens met de Minister, maar dat is een goed idee.”
Verbeterpunt nr. 27: Geef juridische duidelijkheid over wat er kan bij een open house model
(dr. ir. Niels Uenk, aflevering #6, vanaf 41:02)
“Ten tweede zou ik meer duidelijkheid willen scheppen over wat kan er bij een open house model. Wat ik al zei, er leven veel beelden. Bijvoorbeeld dat je in een open house niet streng of strikt je kwaliteitseisen of drempels mag opstellen. Dit is nergens op gebaseerd, misschien op een gevoel, maar nergens staat dat het wel mogelijk is om een open house te doen, maar alleen als er heel veel partijen kunnen inschrijven of bijna iedereen kan meedoen. Dat staat nergens. Het open house model begint zich in Nederland ook buiten het sociaal domein te verspreiden. Zelfs het Ministerie van VWS gebruikt het voor eigen inkoop anders dan zorg. Je merkt dat er nog veel onzekerheid en onduidelijkheid is over de vraag wat er nou precies mag. Daar meer duidelijkheid over scheppen in de wet zou een tweede actie zijn.”
Verbeterpunt nr. 28: Zet een tijdelijke stop op nieuwe wetgeving in de zorg
(dr. ir. Niels Uenk, aflevering #6, vanaf 42:13)
“Een derde actie zou zijn dat we daarna de wetgeving rondom de zorg gewoon eens drie jaar hetzelfde houden. Met elke wijziging die wordt geïmplementeerd ontstaat er onduidelijkheid of moeten gemeentes weer wat aanpassen. Als gemeentes weer wat moeten aanpassen in hun contracten, heeft dat grote gevolgen voor administratieve lasten. Zorgaanbieders moeten weer wat anders inregelen. Er ontstaat veel onduidelijkheid. Wat mag er nog wel? Wat moet er nu? Rust in het juridische kader is van groot belang om gewoon eens te kijken of wat we nu hebben ingericht werkt. We zijn de regels aan het aanpassen terwijl we aan het voetballen zijn. Ik weet niet veel van voetbal maar ik heb begrepen dat dat niet zo’n slim idee is.”
——————————————————————————————————————–
Vervoer en aanbesteden
Verbeterpunt nr. 29: pas het Besluit personenvervoer aan door de verwijzing naar het Bao weg te halen
(mr. Erik Plas, aflevering #2, vanaf 29:58)
“Pas het Besluit personenvervoer aan. OV-concessies: grote contracten, belangrijke contracten en dan hebben nog steeds wetgeving die uitgaat van de toepasselijkheid van het Bao. Dat levert onnodige complicaties op. Stroomlijn dat gewoon met de huidige wetgeving.”
0 Comments